Herkenning van mentale struggles bij je kind.
Ondertussen zijn we het er allemaal over eens: de mentale gezondheid van kinderen is net zo belangrijk als hun fysieke gezondheid. Van bij de geboorte leer je als ouder snel hoe je een opkomende griep kunt opmerken, maar hoe eenvoudig is het om te weten wanneer een kind het moeilijk heeft op school of worstelt om vrienden te maken?
Het regelmatig checken hoe je kind zich voelt of waar het interesses in heeft (of juist helemaal niet), is de beste manier om de mentale gezondheid van je kind te monitoren.
Het is echter niet altijd eenvoudig om kinderen hun gevoelens te laten delen, zelden zal een kind dat echt in de problemen zit, hier vanzelf ronduit over gaan vertellen. Je kan als ouder echter dagelijks een aantal vragen stellen, die zo tot de routine binnen jullie communicatie gaan behoren en er voor zorgen dat schaamte of angst je kind niet weerhoudt om over zijn problemen te praten.
Enkele voorbeelden kunnen zijn:
- Wat was het meest interessante (of opwindende) deel van je dag?
- Wat was het meest frustrerende (of saaie) deel van je dag?
- Is er iets waar je vooral naar uitkijkt deze week?
- Is er iets waar je je zorgen over maakt deze week?
- Met wie speel je tijdens de pauze? Met wie lunch je het liefst?
Dit zijn erg algemene vragen die waarschijnlijk algemene antwoorden zoals ‘goed’ zullen krijgen. Om het gesprek iets meer diepgang te geven, kan je specifieker gaan polsen:
- “Hoe was de wiskunde vandaag? Ik weet dat je je een beetje zorgen maakte over de toets.”
- “Ik merkte dat je al een tijdje niet over Sarah hebt gesproken, is alles in orde?”
Onthoud: je interviewt je kind niet. Sommige kinderen hebben misschien veel te zeggen op één dag, maar niets op de volgende en dat is prima. Het doel is om de communicatielijnen open te houden door mogelijkheden te creëren voor je kind om zijn gevoelens, zorgen en triomfen te delen.
Praten met je kind is belangrijk, maar soms spreken acties, of het ontbreken ervan, luider dan woorden. Sommige kinderen zweren dat het goed met ze gaat wanneer ze eigenlijk worstelen, anderen hebben misschien niet de woorden om uit te leggen wat hen dwarszit of beseffen niet dat het een probleem is.
Gelukkig zijn er een aantal ‘rode vlaggen’ die je kan herkennen als ouder:
- Een kind dat vaak beweert dat het te ziek is om naar school te gaan, smeekt om thuis te mogen blijven of ronduit weigert te gaan.
- Fysieke symptomen zoals hoofdpijn of maagklachten die uit het niets lijken te komen.
- Grote, emotionele conflicten bij het gaan zitten om huiswerk te maken of opdrachten af te maken of het vermijden van huiswerk voor een bepaald vak.
- Buitensporige angst of stress als reactie op alledaagse uitdagingen zoals studeren voor een toets, een rugzak inpakken of kamer opruimen.
- Ernstige of aanhoudende prikkelbaarheid of woedeaanvallen wanneer gevraagd wordt om schermen, games, of sociale media neer te leggen of te pauzeren.
- Belangrijke veranderingen in slaap of eetlust.
- Achteruitgang in cijfers.
- Je kind stopt met het vertellen over vrienden waar hij het eerder over had of je merkt dat het niet meer vraagt om vrienden uit te nodigen of zelf niet meer wordt uitgenodigd voor speelafspraken of feestjes.
- Je merkt dat je kind zich terugtrekt, de interesse verliest in activiteiten waar hij eerder van genoot.
In dit geval is het goed je vragen zo specifiek mogelijk te stellen en aan te geven dat het kind steeds bij je terecht kan. Vertel uit je eigen ervaringen uit het verleden, hoe pakte jij moeilijke (sociale) situaties aan. Of vertel over een dilemma op het werk dat je onlangs meemaakte of de ruzie met een vriend of vriendin. Zo leert het kind dat het leven voor iedereen wel eens problemen oplevert, maar dat deze niet onoverkomelijk zijn. Je kind zal merken dat de problemen van voorbijgaande aard zijn en dat een goed gesprek met jou als ouder, de kracht geeft om de weg te vinden naar een oplossing.